De hoorn is lid van de familie van de koperblaasinstrumenten, net zoals bijvoorbeeld de trompet en de trombone. De hoorn ziet er door de vele buisjes erg ingewikkeld uit, maar is eigenlijk gewoon een heel lang stuk koperbuis dat opgerold is tot een compact geheel.
Door het induwen van ventielen kan de hoornist wat extra stukjes buis toevoegen aan de totale lengte van het instrument. In tegenstelling tot de andere koperblaasinstrumenten, worden de ventielen bij de hoorn met de linkerhand bediend. De rechterhand gaat in de klankbeker. Waarom dat zo is legt meester Pieter met veel plezier tijdens de lessen uit! Een tipje van de sluier: het heeft te maken met de lange geschiedenis van de hoorn.

 

De hoorn is dankzij de vele verschillende klankkleuren die je eruit kan halen een erg veelzijdig instrument. Het komt dan ook aan bod in erg veel soorten ensembles, zélfs in houtblaasensembles. Het repertoire is dan ook uitgebreid. Je kan zowel heel oude als heel moderne muziek op de hoorn spelen.

 

Deze link laat je een stukje heerlijke Belgische muziek horen voor zeven hoorns.